Schade en schadeoorzaken

Wat zijn veelvoorkomende gebreken aan kelders, waardoor worden ze veroorzaakt en hoe kunnen keldereigenaren en gemeente het beste voor de kelders zorgen?

De meeste werf-, kluis- en straatkelders in het wervengebied zijn in goede staat. Er zijn momenteel 924 kelders in het wervengebied bekend. Sinds de start van de subsidieregeling zijn 18 kelders hersteld. De gemeente en keldereigenaren werken nu samen aan het herstel van 12 kelders, voor 80 kelders worden herstelplannen gemaakt en nog eens 86 keldereigenaren zijn in gesprek met de gemeente over herstel van hun kelders (stand maart 2024).

De kelders zijn 900 jaar geleden allemaal los van elkaar gebouwd. Er is geen onderling verband. De kelders zijn ook allemaal verschillend gebruikt en onderhouden. Zo heeft iedere kelder zijn eigen verhaal. Onderzoeksbureaus zien aan kelders verschillende gebreken. De belangrijkste zijn scheuren in het metselwerk en lekkages. Daarnaast is er sprake van afbrokkelend metselwerk, vocht in de kelders of een verlies aan samenhang in de constructie.

Onderzoek naar schade en schadeoorzaken

Om het erfgoed te behouden en het wervengebied veilig te houden, is kennis nodig van de technische staat van de kelders, schade en schadeoorzaken. Ingenieursbureaus Antea Group, Royal HaskoningDHV en Witteveen+Bos hebben van 2021 tot en met mei 2024 onderzoek gedaan naar de schade, schadeoorzaken en -veroorzakers aan kelders in het wervengebied. In 2021 is een inventarisatie gemaakt van schades aan kelders en een risicobeoordeling gedaan van schades aan kelders. Ook is berekend hoe sterk enkele kelders zijn. In 2023 – 2024 is opdracht gegeven om vervolgonderzoek te doen naar schade en schadeoorzaken, en of daar een patroon in valt te ontdekken. De opdracht is tot stand gekomen in afstemming met vereniging De Utrechtse Werfkelders. Professor dr.ir. J.G. (Jan) Rots, hoogleraar Constructiemechanica aan de TU Delft en voormalig lid van de Commissie van Wijzen Wervengebied, beoordeelt het onderzoek.

Lees het rapport 'Kelders Wervengebied Utrecht: Inventarisatie en oorzaken van schade aan kelders' januari 2022 (pdf)

Naar het rapport Belastbaarheid van kelders

Aanpak vervolgonderzoek

Voor het vervolgonderzoek zijn inspecties (binnenin de kelders) en constructieve beoordelingen van 91 kelders gebruikt. Daarnaast zijn in het onderzoek de ervaringen meegenomen van het herstel van ongeveer 20 kelders aan de Vismarkt, Haverstraat, bij Magazijn de Zon en aan de Oudegracht. Omdat deze kelders voor herstel waren open gegraven, konden ze nu ook van bovenaf worden bekeken.

Om meer inzicht in het ontstaan schades te krijgen, is gewerkt met een aantal aannames over de wijze waarop schade kan zijn ontstaan. Bijvoorbeeld dat schade is ontstaan door een slappe ondergrond, baggeren in de grachten, zettingen, overbelasting door verkeer of herstel van wal- en kluismuren. In het vervolgonderzoek is geprobeerd die aannames over schadeoorzaken te bewijzen.

Conclusies

In het vervolgonderzoek is gebleken dat een aantal aannames waardoor de schades kunnen zijn ontstaan niet -- of slechts een enkele keer gedeeltelijk -- worden bevestigd. Uit het onderzoek kunnen de volgende conclusies worden getrokken:

  • Het is zeer moeilijk, zo niet onmogelijk, om de exacte oorzaak van schade aan een kelder vast te stellen. Er zijn vrijwel altijd meerdere soorten schades. Schade aan een kelder is vaak een gevolg van een combinatie van verschillende oorzaken. Het is meestal niet mogelijk om vast te stellen in welke volgorde de schade is ontstaan. Verschillende schadeoorzaken kunnen elkaar versterken. Het is daardoor ook niet of nauwelijks mogelijk om schade toe te wijzen aan een specifieke veroorzaker.
  • Er is geen duidelijk patroon ontdekt in de schades aan kelders in het wervengebied. Ook uit historisch onderzoek naar omgevingscondities blijken geen patronen af te leiden. Opvallend is dat kelders met een vergelijkbare constructie die naast elkaar liggen toch andere, meer of minder schades kunnen hebben. Als sprake zou zijn van herkenbare patronen, dan zouden deze kelders vergelijkbare schades moeten hebben. Uit het schadeonderzoek blijkt dat zwaar verkeer niet de enige (hoofd)oorzaak is van alle schades.
  • De verwachting is dat als de komende jaren meer kelders onderzocht zouden worden, de betrouwbaarheid van de resultaten weliswaar toeneemt, maar dat het beeld dat iedere kelder zijn eigen verhaal vertelt niet gaat veranderen.

Samenhangende rapportages

Als onderdeel van het vervolgonderzoek naar schades aan de kelders in Utrecht is een schadeboek opgesteld waarin de soorten scheuren en schades zijn samengebracht die veel voorkomen bij kelders in het wervengebied. Van alle soorten scheuren en schades zijn de kenmerken en mogelijke oorzaken omschreven en geïllustreerd met foto’s. Het schadeboek is gebruikt om de herstelkosten op basis van schade te verdelen. Het schadeboek is zó opgesteld dat dit ook los gebruikt kan worden door bijvoorbeeld inspecteurs die de kelders onderzoeken.

Daarnaast is geprobeerd schades toe te delen aan veroorzakers en een kostenverdeling te maken in de varianten ‘bewijsvermoeden’ en ‘expert oordeel’. Het toedelen van herstelkosten aan één specifieke veroorzaker van schade is in de varianten bewijsvermoeden en expert oordeel vrijwel onmogelijk. Dezelfde soorten schades kunnen door meerdere oorzaken zijn veroorzaakt. Vaak heeft een kelder meerdere soorten schades waarbij de volgorde van ontstaan niet duidelijk is, en oorzaak en gevolgschade moeilijk van elkaar zijn te scheiden. Naast gemeente en keldereigenaar kan de schade ook door derden (bijvoorbeeld nutsbedrijven) of spontaan (bijvoorbeeld ouderdom, bouw, bodemgesteldheid, klimaat) zijn ontstaan. Dit maakt dat er arbitraire keuzes gemaakt moeten worden om de kosten van herstelposten te kunnen toewijzen aan schades.

Lees het schadeboek Utrechtse werfkelders

Lees het rapport ‘Onderzoek naar schades in de Utrechtse kelders’

Technische review onderzoeken

Professor dr.ir. J.G. (Jan) Rots, hoogleraar Constructiemechanica aan de TU Delft en voormalig lid van de Commissie van Wijzen Wervengebied heeft de onderzoeken naar schade en schadeoorzaken beoordeeld. Hij schrijft:

  • De overall methode die de onderzoekers hebben toegepast voor de trendanalyse en het schadeboek is passend en geschikt. Er is gekeken naar de gegevens over de objecten, over de schade en over de invloed vanuit de omgeving. De studie heeft vooral de derde categorie gegevens beschouwd en heeft daar een grote bijdrage aan geleverd.
  • In de beschrijving van schade en schadeoorzaken lijken de intensiteit van de belasting en de schade onderbelicht. Er is in de rapporten weinig of geen aandacht voor intensiteitsmaten voor de verticale en horizontale verschil-verplaatsingen, of voor trillingen ten gevolge van dynamische bronnen op, in onder of naast het object.
  • In het rapport wordt gesteld dat hypotheses over schadeoorzaken niet – of slechts een enkele keer gedeeltelijk – kunnen worden bevestigd. De onderzoekers blijken de beperkingen van hun studie te kennen en relativeren hun conclusies. Wij ondersteunen deze beperkingen en de relativering van de conclusies. In combinatie met het vorige punt, wil dit zeggen dat de uitkomsten en conclusies van de studie met grote voorzichtigheid tegemoet dienen te worden getreden. Er is vooralsnog geen duidelijk patroon met schades herkenbaar gerelateerd aan oorzaken te ontdekken.
  • Het is mogelijk om meer onderzoek met modellering en monitoring te doen, maar of het nuttig en proportioneel is om daar dieper in te duiken gegeven de komende keuze tussen de drie  varianten  voor  een  kostenverdeelsleutel  (bewijsvermoeden,  technisch  expertoordeel  en subsidieregeling) valt te bezien.

Lees de review over de schadeonderzoeken (pdf)

Naast het onderzoek naar schade en schade oorzaken is in de periode 2021 – 2023 ook onderzoek gedaan naar:

Hulp en contact Werven

Telefoon

14 030 

E-mail

werven@utrecht.nl